Afgestudeerden in chemie of technologie zijn in trek bij vestigingen van multinationals in Nederland en Vlaanderen. Wie droomt van een loopbaan bij een multinational is echter nog niet klaar met leren. Een wetenschappelijke master

is een goede startkwalificatie, maar elk bedrijf heeft zijn eigen aanvullende opleidingsprogramma.

Afgaande op de teksten en de promotiefilmpjes op hun wervingswebsites zijn de grote chemie- en life-sciencesmultinationals met vestigingen in Nederland en Vlaanderen altijd op zoek naar de meest getalenteerde chemici en technologen die een lange loopbaan bij precies hun organisatie ambiëren. De grote bedrijven presenteren zich als werkplekken met onbegrensde mogelijkheden, uitdagende projecten die ertoe doen en steile leercurves binnen een warme bedrijfsfamilie waar medewerkers begeleiding krijgen van ervaren en succesvolle mentoren. De vaak nog ongebonden en behalve ambitieus vooral ook reislustige jong afgestudeerden zijn een interessante doelgroep voor de multinationals, die hun nieuwe mensen graag zelf nog vormen en projectmatig werk te doen hebben op uiteenlopende locaties in de wereld.

Dat betekent niet dat je kostje zonder meer gekocht is met een sollicitatie bij een van die multinationals. Wie met zijn chemische of engineering master vers op zak solliciteert – meestal via de website – gaat eerst een selectieprocedure in, met een wisselende kans op succes.

 

Snel wegwijs

Bij sommige bedrijven volgt na de eerste selectie een voortraject van enkele maanden, voordat je toelating krijgt tot het eigenlijke graduate programme. Die programma’s zijn helemaal toegesneden op jonge mensen die vers van de universiteit komen. De inrichting, duur, eisen en beloning van de programma’s verschillen enigszins van bedrijf tot bedrijf (zie tabel). Ook de naamgeving varieert. Sommige organisaties noemen hun afgestudeerde nieuwkomers die een snelle managementopleiding gaan doen trainees. Andere gebruiken die term voor stagairs die nog met hun opleiding bezig zijn.

De overeenkomsten tussen de diverse programma’s voor afgestudeerden zijn groot. Ze duren over het algemeen zo’n twee jaar en omvatten dan vaak eerst een introductieprogramma van enkele maanden om de organisatie globaal te leren kennen, en daarna twee of drie projecten bij verschillende bedrijfsonderdelen en meestal ook verschillende buitenlandse vestigingen. Ze zijn erop gericht de nieuwe medewerker snel wegwijs en vertrouwd te maken met de organisatie en te verbinden met andere ‘talenten’ in huis. Er zijn leermodules en er is begeleiding in de vorm van interne mentoren en soms ook externe coaches. De nodige aandacht gaat naar het ontwikkelen van de zogenoemde soft skills en management- en marketingvaardigheden. Bedrijven gaan er blijkbaar vanuit dat afgestudeerden met een wetenschappelijke vooropleiding daarin nog kunnen bijleren.

Anders dan op de universiteit kost dat door­leren bij een multinational geen geld, maar zegt iedereen een net startsalaris te bieden. Omdat de bedrijven onderling concurreren om de beste afgestudeerden, geven ze niet bloot wat hun marktconform salaris precies inhoudt. Wie uiteindelijk selectie en assessment, een eventueel voortraject en alle onderdelen van het afgestudeerden-inwerkprogramma met goed gevolg heeft doorlopen, is voor de betreffende organisatie uit het juiste hout gesneden en kan ervan uitgaan dat deze werkgever zich inspant om een passende vervolgfunctie binnen de organisatie te vinden of te realiseren. Dat wil overigens niet zeggen dat vanaf dan geen (interne) sollicitaties en verdere selecties meer aan de orde zijn.

Een overzicht van wat bedrijven verwachten en aanbieden, vind je hier (PDF).

Extra documenten

Klik op de link om deze bestanden te downloaden en te bekijken