Alleen scheikunde kon Thomas Hansen echt boeien op de havo. ‘Als promovendus kan ik er nu lekker diep induiken.’

‘Magisch’ vond Thomas Hansen (25) de proefjes in het scheikundelokaal. Het was de enige les waarin hij vooraan wilde zitten. Op de hogeschool – ‘natuurlijk koos ik chemie’ – begreep hij al snel dat hij onderzoeker wilde worden, dus volgde hij een masteropleiding chemistry aan de Universiteit Leiden.

‘Voor de keuze van je afstudeeronderzoek kon je met verschillende onderzoekers praten. Bio-organische chemie sprong er voor mij meteen uit. Dat ging echt, heel fundamenteel, over hoe je van stof A stof B kunt maken. Dat fascineert me enorm.’

 

Nieuw vakgebied

Hansen won met zijn onderzoek bij het Leiden Institute of Chemistry naar glycosyleringsreacties de AkzoNobel Graduation Prize for Chemistry and Process Engineering. ‘Ik wist niet dat ik was genomineerd, dus het was een complete verrassing en een enorme eer.’ Van het prijzengeld (€ 5.000) kocht hij een professionele lens voor zijn camera; hij trekt graag de natuur in om te foto­graferen.

 

‘Je kunt niet op twee terreinen topsport doen’

Al tijdens zijn afstudeerstage schiet Hansen zijn hoogleraar aan: is er misschien een promotieplek? ‘Ik wil echt verder in de wetenschap en dan is promoveren de logische stap. Bovendien wilde ik graag nog dieper in mijn masteronderwerp duiken.’ Hij rekent nu ook aan intermediairen: het reactieve tussenproduct bij de overgang van stof A naar B. ‘Die kun je niet in het lab onderzoeken, omdat ze maar heel kort bestaan. Vandaar dat ik ze virtueel maak en in detail bestudeer op de computer.’

Hansen trekt zijn labjas nu dus minder vaak aan. De helft van de tijd volgt hij in het lab allerlei glycolyseringsreacties, de andere helft zit hij achter de computer en verdiept zich in computational chemistry. ‘Zo’n nieuw vakgebied, iets compleet nieuws leren, vind ik leuk.’

 

Zwemmen

Promoveren betekent lange dagen maken, bevestigt Hansen. Hij vergelijkt het graag met topsport. ‘Je wilt iets bereiken en daar moet je echt voor gaan.’ Zijn oude sport heeft Hansen ervoor ingeruild. ‘Ik heb tien jaar op hoog niveau gezwommen. Ik was vooral goed op de vijftig meter vlinderslag. Maar je kunt niet op twee terreinen topsport doen en dan is mijn keus toch snel gemaakt.’ Onverwachte resultaten vindt Hansen het mooist. Daarna mag je immers uitzoeken waarom het zo werkt. ‘Als ik dan uiteindelijk de verklaring vind, heb ik een topdag.’

Het onderzoek heeft Hansen echt gegrepen. ‘Ik hoop ooit hoogleraar te worden.’ Voor­zichtig is hij daarom al bezig met zijn carrière na zijn promotie, over twee jaar. Een postdoc, liefst aan een gerenommeerde universiteit in het buitenland, zou een mooie volgende stap zijn. ‘Nee, ik ben daar nog niet concreet mee bezig. Ik moet tenslotte eerst nog promoveren. Maar ik wil door in de wetenschap, dus ik let al wel een beetje op: waar doen ze de spannendste dingen? Wat zijn toonaangevende groepen?’

 

Met welk molecuul zou je jezelf willen vergelijken?

‘Met het oxocarbeniumion: energiek en reactief. Maar ik ben van plan wat langer te leven.’

 

Wat herinner je je nog van je eerste echte sollicitatie?

‘Vooral de grootte van de fabriek van Tata Steel, zo imposant.’

 

Wat was je eerste bijbaan?

‘Schoonmaker, mijn ouders hebben een schoonmaakbedrijf.’