Heeft de chemische industrie behoefte aan een opleidingsniveau tussen mbo en hbo in? Opleiders denken van wel, maar de praktijk blijkt weerbarstig.

Verbindende functies vervullen binnen het bedrijfsleven. Dat is wat je volgens Sjaco Kaan, opleidingsmanager Techniek bij de Rotterdam Academy, kunt doen met een associate degree. ‘Je spreekt de taal van de praktijk, maar je kunt ook meepraten met hogeropgeleiden.’

Die associate degree (AD), equivalent met het Europese niveau 5, is een tweejarige hogere beroepsopleiding tussen het vierjarige mbo (niveau 4) en de vierjarige hbo-bachelor (niveau 6) in. In Vlaanderen is die al jaren gemeengoed onder de naam HBO5, maar in Nederland krijgt ze moeizamer voet aan de grond. De officiële erkenning dateert uit 2013 en sindsdien is de Hogeschool Rotterdam trendsetter. De specifiek voor dit niveau opgerichte Rotterdam Academy telt inmiddels zo’n 2.700 studenten.

‘Veel mensen vinden een vierjarige hbo-bachelor veel te lang’, legt Kaan uit. ‘Zeker als je het in deeltijd wilt doen, ben je kwetsbaar, omdat werk, privé en de opleiding eisen stellen. Als je tussentijds moet stoppen, ben je een drop-out en heb je helemaal niets. En met een AD op zak kun je alsnog kiezen of je wilt doorstromen naar het derde jaar van een verwante ba­che­loropleiding.’

 

Net iets meer

De tweejarige opleidingen focussen op kennis van basisbegrippen. ‘De techniek evolueert, maar er zijn dingen die niet veranderen, zoals Newton, thermodynamica en andere natuurkundige wetten’, stelt Kaan. Daarnaast zit er heel veel projectonderwijs in, culminerend in een afstudeerstage waarbij je nog maar een dag of twee avonden in de week naar school gaat. ‘Terwijl een hbo’er na het tweede jaar van zijn bachelor nog nooit in een bedrijf is geweest.’

Maar bij de associate degrees van de Rot­terdam Academy zit nog niets specifiek chemisch. Terwijl er ook daar behoefte aan is, signaleert Hans Wentink, directeur van de locatie Brielle van het Scheepvaart en Transport College. ‘Wij leveren procesoperators en onderhoudsmensen af op niveau 4+, zeggen we van onszelf. Voor mbo-4 is het een vrij zware opleiding. Maar complexere bedrijven hebben behoefte aan net iets meer.’

In zijn ogen werft de chemische industrie niet actief op niveau 5, omdat die mensen tóch nauwelijks zijn te vinden. ‘Ze doen het met niveau 4 en leiden ze zelf verder op, met de focus op de situatie binnen de eigen plant. Alleen komt daar steeds minder ruimte voor naarmate de ploegen kleiner worden. De industrie is dus gebaat bij mensen die dat hogere niveau al hebben.’ En dan bedoelt hij niet niveau 6. ‘Hbo-bachelors hebben vaak andere toekomstperspectieven voor zichzelf. En er zijn zat andere functies waarnaar ze kunnen doorgroeien. Die zijn snel weg.’

Kaan zou zo’n procestechnische AD graag aanbieden. ‘Vervang binnen de richting maintenance een paar vakken door iets chemisch, bijvoorbeeld reactorkunde, en je hebt exact aansluiting op de chemie.’ Formeel hoef je er zo niet eens een afzonderlijke studierichting van te maken, denkt hij. Nu een visitatie van de bestaande technische AD-opleidingen positief is uitgepakt, hoopt hij het komende collegejaar alsnog te kunnen starten met een AD waarin de focus op de procesindustrie ligt.

 

Weinig vraag

Of de vraag naar chemische niveau 5-opleidingen binnen de chemie echt zo groot is, valt intussen te bezien. Ze bestaan namelijk gewoon, onder auspiciën van het instituut Vapro dat binnen de procesindustrie de opleidingseisen bewaakt. Maar Avans Hogeschool in Breda, die sinds 1999 dit zogeheten Vapro D-niveau aanbood als deeltijdopleiding, stopte er vorig jaar mee wegens gebrek aan belangstelling. Bij de Hogeschool Utrecht kun je nog wel terecht, maar volgens opleidingscoördinator Mirjam Oomes is het aantal cursisten minimaal. Ze heeft het gevoel dat er wel degelijk een markt is voor niveau 5. ‘Het maakt de drempel om door te studeren heel wat lager.’ Maar de financiële drempel is juist hoger omdat Vapro D een particuliere opleiding is, waarvoor de hogeschool een kostendekkend tarief in rekening moet brengen dat een paar keer hoger ligt dan het wettelijke collegegeld voor hbo-studenten. Terwijl beide groepen in de eerste twee jaar dezelfde lessen volgen.

 

‘Niveau 5 is geen startkwalificatie’

In Vlaanderen hebben meerdere aanbieders van volwassenenonderwijs (CVO) een HBO5-deeltijdopleiding chemie in het pakket. Meestal met een wat breder curriculum, dat tevens voorbereidt op laboratoriumwerk. De belangstelling is een stuk groter dan in Nederland. Maar volgens Luc Luyten, van Horito CVO in Turnhout, dreigen al die opleidingen binnenkort te verdwijnen. Van de overheid moeten de hogescholen, die er nu al verplicht in participeren, in september 2019 de verantwoordelijkheid geheel overnemen. Daarbij mogen afzonderlijke opleidingen alleen blijven bestaan als er formeel vraag naar is vanuit het werkveld. En helaas wil de chemische industrie daar tot nu toe niet aan meewerken.

 

Drempel

Onno de Vreede, hoofd innovatie & human capital binnen de Vereniging van de Neder­landse Chemische Industrie (VNCI), wijt de lage populariteit van de AD aan het bestaande functiehuis van de chemie. ‘Niveau 5 is een speciale tussenvorm en in de praktijk geen startkwalificatie. Het is meer een levenslang leren-kwalificatie voor operators die hun sporen hebben verdiend en supervisor willen worden. Maar zo heel veel wachtchefs heb je binnen een bedrijf niet nodig.’ Ook Oomes kent bedrijven die alleen mbo- en hbo-functies wensen te onderscheiden, en niet willen investeren in iets daar tussenin.

Herm Hendrikx van DSM ziet dan weer wel een mogelijkheid: ‘In sommige gevallen kan een AD als tussenstap dienen voor doorstroom naar de bachelor degree. Mbo’ers met hbo-potentieel kunnen op die manier in volwaardige hbo-functies worden ingezet’.