LifeTime-project wil levenslot van al onze cellen in kaart brengen.

‘Ik ben er bijna van overtuigd dat het doorgaat’, zegt Chris Marine. Als directeur van het VIB-KU Leuven Center for Cancer Biology neemt hij deel aan LifeTime, een consortium dat een Future and Emerging Technologies Flagship hoopt te worden. Het moet Europa een leidende rol bezorgen bij het begrijpen en voorspellen van het gedrag van individuele menselijke cellen.

Zulke FET-Flagships bestaan sinds 2013; Graphene en het Human Brain Project waren de eerste. Ze zijn ontworpen voor een looptijd van tien jaar en een totaalbudget van € 1 miljard. Eind dit jaar kiest de Europese Commissie twee nieuwe onderwerpen uit en LifeTime behoort tot de zeventien voorstellen die de shortlist hebben gehaald – volgens Marine met vlag en wimpel.

 

Niet alle tien biljoen

LifeTime is enorm. De lijst van founding members omvat 65 namen, verbonden aan zo’n 50 instituten in 18 landen. De coördinatie ligt bij het Max-Delbrück-Centrum für Molekulare Medizin in Berlijn en het Institut Curie in Parijs. Het doel is alle biologische parameters te registreren van elke cel in het menselijk lichaam, en te weten te komen wat daaraan verandert door groei, veroudering, ziektes en de behandeling daarvan.

‘Daarvoor hoef je ze niet allemaal door te meten’, verwacht Alexander van Oudenaarden, directeur van het Hubrecht Instituut in Utrecht en eveneens een van de deelnemers. ‘Dat gaat ook niet lukken, een mens heeft er tien biljoen. Maar heel veel cellen zijn vergelijkbaar, rode bloedcellen zijn bijvoorbeeld bijna allemaal hetzelfde.’ Het plan is dus om van elk weefseltype een representatieve selectie te screenen. Hoeveel cellen dat zijn? Van Oudenaarden: ‘Een paar jaar geleden had onderzoekers het over honderd cellen om een goede indruk te krijgen. Vorig jaar zaten ze op duizend, binnenkort verwacht ik papers met miljoenen cellen. Over vijf jaar zijn het er misschien wel miljarden.’

 

‘Je hoeft niet alle cellen door te meten’

Marine vergelijkt het met de spectaculaire vlucht die DNA-sequencing heeft genomen. Binnen LifeTime gaat het overigens meer over het transcriptoom, dus het RNA. Het DNA zou immers in alle cellen van één mens identiek moeten zijn. Al zijn er aanwijzingen dat dit net niet helemaal waar is. ‘Dat zullen we tot op zekere hoogte meenemen’, zegt Marine.

 

Technologie

Het vraagt vooral heel veel technologieontwikkeling. Marine en Van Oudenaarden zijn gevraagd vanwege hun expertise op het gebied van single cell sequencing, maar voor LifeTime is veel meer nodig. Denk aan microfluïdische labs-on-a-chip om losse cellen te isoleren en door te meten, CRISPR-Cas-technieken om ze te manipuleren en te zien wat er gebeurt, en vooral veel informatica om de datalawine op te vangen. Volgens Van Oudenaarden is de tijd er rijp voor. ‘We zijn nu een paar jaar bezig met de ontwikkeling van single cell-technieken, en inmiddels zijn de kinderziektes eruit en zijn we klaar voor het grote werk.’

Is zo’n groot project nog wel te managen? ‘Veel mensen binnen het consortium werken nu al samen’, weet Van Oudenaarden. ‘Zelf organiseren we bijvoorbeeld jaarlijks een single cell genomics-congres met collega’s uit Israël, Engeland en Zweden. Wij kennen elkaar heel goed en houden elkaar op de hoogte. Maar je krijgt er natuurlijk wel een laag bovenop.’

Hoe dat precies gaat werken, moet blijken uit het definitieve projectvoorstel dat de komende tijd moet worden geschreven. ‘Binnenkort ontmoeten we elkaar in Berlijn om erover te praten’, besluit Marine.