Sinds vorig jaar kan de Hartwig Medical Foundation elke vier dagen tien complete DNA-sequenties verzamelen uit tumorweefsel van patiënten. Met maar één doel: kanker beter behandelbaar maken.

Tien flinke sequence-robots geven een labruimte op het Amsterdam Science Park een futuristische aanblik. Op maar enkele plekken ter wereld is zo veel samengebalde sequence-capaciteit te vinden. Sinds het najaar van 2015 staat deze apparatuur in dienst van de Hartwig Medical Foundation. Continu genereert het lab sequenties van het gehele genoom van tumorweefsel van Nederlanders. De genetische data vormen samen met klinische patiëntdata de basis van een nationale databank voor onderzoek naar de behandeling van kanker.

Dankzij de database kunnen onderzoekers en artsen speuren naar de specifieke veranderingen in het erfelijk materiaal die ten grondslag liggen aan diverse vormen van kanker. Op termijn willen ze daarmee patiënten een gerichte behandeling kunnen bieden.

 

‘Een betere behandeling ligt echt binnen handbereik’

‘Zo ver is het nu nog niet’, benadrukt Wendy Onstenk, chief medical officer bij de Hartwig Medical Foundation. ‘Wat nu gebeurt, is allemaal nog in het kader van wetenschappelijk onderzoek.’ Wel sturen inmiddels 30 ziekenhuizen biopten van tumoren naar Amsterdam. Later dit jaar zullen er naar verwachting nog zo’n 23 volgen. Daarmee werkt het immense sequence-lab nu al vrijwel op zijn maximale capaciteit. Onstenk: ‘In het eerste jaar hadden we nog overcapaciteit doordat we de logistiek met de behandelcentra nog moesten opzetten. Dat wordt nu snel minder.’

De database met de genetische en klinische data groeit snel naar een unieke omvang, ook voor internationale begrippen. Met deze hoeveelheid data kunnen onderzoekers veel beter dan voorheen relaties tussen genetische profielen en behandelresultaten onderzoeken. Ze hopen met die kennis biomarkers te vinden die kunnen helpen voorspellen of een bepaalde behandeling bij een bepaald genetisch profiel zal werken.

 

Stichting

Het sequencelab met alle toebehoren en de IT-infrastructuur, die privacyveilig zo’n 400 GB aan digitale informatie per patiënt verwerkt, heeft vele miljoenen euro’s gekost. ‘Voor wetenschappelijke begrippen zitten wij in een vrij unieke situatie’, zegt Onstenk, ‘met een stichting van een filantroop als geldschieter, die de financiering tot eind 2018 heeft gewaarborgd. We hadden dus het startkapitaal om de organisatie, het centrale sequencelab, de IT en de database goed op te zetten.’

De Hartwig Medical Foundation komt voort uit het Center for Personalized Cancer Treatment (CPCT), dat is opgericht door de drie grootste kankercentra in Nederland. Nu werken 43 academische, opleidings- en algemene ziekenhuizen in het CPCT samen. ‘We weten veel over hoe kanker werkt en dat eigenlijk elke tumor genetisch uniek is’, vertelt Onstenk. ‘Maar als we het kankeronderzoek niet beter organiseren en meer gaan samenwerken blijft het moeilijk die kennis om te zetten in de beste behandeling voor elke patiënt.’

Volgens Onstenk voorziet de Hartwig Medical Foundation in de behoefte aan professionalisering in het verzamelen en beheren van genetische en klinische gegevens. Ook biedt de stichting een landelijke, onafhankelijke centrale faciliteit om dat vorm te geven. ‘Zonder landelijke samenwerking gaat de klinische kennisontwikkeling te langzaam’, zegt Onstenk, ‘en blijft behandeling gebaseerd op wat gemiddeld voor de meeste patiënten met kanker op die locatie in het lichaam het best werkt. Dus niet afgestemd op de individuele patiënt, met alle leed en onnodige kosten van overbehandeling van dien.’

 

Interpreteren

In maart 2015 is de stichting opgericht, in oktober was het lab open. Inmiddels werken er zeventien mensen. Voor iedere patiënt van wie weefsel wordt ingestuurd, krijgt de behandelend arts een rapport van de gevonden genetische afwijkingen van de tumor. Onderzoekers van de deelnemende centra krijgen, onder strikte voorwaardes, toegang tot de groeiende database met gekoppelde genetische en klinische informatie.

De informatie uit een DNA-sequentie van tumormateriaal interpreteren, vergt volgens Onstenk specialistische kennis, die oncologen en pathologen nu nog gaandeweg bijleren. Om de klinische vertaalslag te versnellen, heeft de Hartwig Medical Foundation onlangs Paul Roepman aangesteld, klinisch moleculair bioloog in de pathologie. Het is zijn taak om de rapportages aan behandelaren concreter te maken en training en bijscholing op te zetten.

Ook biopten verzamelen voor sequencing vergt volgens Onstenk een andere werkwijze in ziekenhuizen. ‘Onderzoekers zijn nu vooral gewend biopten te fixeren in formaline voor histologie’, vertelt ze. ‘Dat materiaal kun je voor sequencing echter niet goed gebruiken. Wij vragen biopten die direct in vloeibare stikstof zijn ingevroren. Daarvoor is een iets andere logistiek en werkwijze nodig, maar wij merken dat deelnemende centra dat met een beetje hulp al snel goed kunnen organiseren.’ Het is daarbij wel belangrijk dat medewerkers voldoende inzicht krijgen in het belang van de extra handelingen, merkt Onstenk op.

Over de financiering na 2018 maakt Onstenk zich niet veel zorgen. ‘We hebben verschillende partijen, waaronder zorgverzekeraars en het ministerie van Volksge-zondheid, onlangs een businesscase voorgelegd waarin we de kostenbesparing voorrekenen van gerichtere behandeling. Daarbij komen natuurlijk ook de andere positieve effecten van prognose en kwaliteit van leven voor de patiënt naar voren.’

 

Basispakket

De Hartwig Medical Foundation onderzoekt nu de doelmatigheid van systematische sequencing van tumor-DNA en de opties om dit type onderzoek toegankelijk te maken voor alle kankerpatiënten. Onstenk: ‘Dit zou kunnen door opname van DNA-sequencing in het verzekerde zorgpakket voor een aantal indicaties. De eerste reacties op dit idee zijn zeer positief, dus wij hebben goede hoop dat we op deze manier kunnen doorgaan. Een betere behandeling van patiënten met verdergevorderde stadia van kanker ligt echt binnen handbereik.’