‘Het lijkt erop dat het regelgevingsbeleid a posteriori wordt vastgesteld’

Hormoonverstorende chemicaliën uit plastic flesjes, op make-up en zelfs in voedsel kunnen zorgen voor onvruchtbaarheid, kanker en overgewicht. Helaas werkt de wetgeving van deze stoffen momenteel niet erg mee.

Zoek op internet naar endocrine disruptors (hormoonverstoorders) en je wordt overspoeld door voorbeelden van hoe stoffen uit bijna alle dagelijkse producten de menselijke hormoonhuishouding beïnvloeden. Blootstelling tijdens de zwangerschap aan hoge concentraties bisfenol A (BPA), pesticiden en weekmakers in het bloed leidt bijvoorbeeld tot kinderen met lager IQ, stelden Zweedse onderzoekers afgelopen oktober nog vast in Environment International. In een ander recent onderzoek krijgen deze nakomelingen vaker te maken met een slechtere longfunctie.

Vroeg blootgesteld, later de prijs

Sommige chemicaliën zijn in staat hormonale regulatie van lichaamsprocessen te verstoren (zie kader). Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw weten we waar dit toe kan leiden. ‘Bij slakken en schelpdieren in de Noordzee zag je dat vrouwtjes vermannelijkten en niet meer in staat waren zich voort te planten’, zegt Juliette Legler, hoogleraar toxicologie aan de Universiteit Utrecht. ‘Na labonderzoek bleek dat ze gevoelig zijn voor tributyltin, een stof gebruikt in scheepsverf om de romp van een schip vrij te houden van pokken en dergelijke.’ De verbinding grijpt aan op diverse enzymen, genen en nucleaire receptoren, waaronder de retinoïde X-receptor, en leidt uiteindelijk via een ingewikkelde cascade tot de abnormale groei van mannelijke kenmerken bij de vrouwtjesdieren. ‘Een wereldwijd verbod van het middel heeft ertoe geleid dat het gelukkig snel beter ging met de slakken en schelpdieren’, geeft Legler aan.

‘Als ik vissen hormoonverstoorders geef tijdens de ontwikkeling, maken ze veel meer vetcellen aan’

Sinds bovenstaande ontdekking stapelt het bewijs voor de schadelijkheid van hormoonverstorende stoffen voor dier én mens zich op. Dit blijkt niet alleen uit proefdieronderzoek en kweekstudies, maar ook uit epidemiologische studies. ‘Zo hebben wij vastgesteld dat er een significante associatie is met blootstelling van een baby in de baarmoeder aan hormoonverstoorders zoals DDT en BPA, en een verhoogd risico voor het ontstaan van overgewicht en diabetes op latere leeftijd’, stelt Legler. Ook van borst- en prostaatkanker zijn er aanwijzingen dat ze het resultaat kunnen zijn van blootstelling aan hormoonverstorende stoffen.

Volgens Legler zijn vooral kinderen het slachtoffer van dit soort effecten, want de schadelijkheid is het grootst tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder. ‘Er gebeurt ontzettend veel in deze periode. Stamcellen groeien uit tot hele organen en alles moet uitrijpen. Dit alles staat onder strikte controle van hormonen. Een stofje van buitenaf kan veranderingen teweegbrengen die pas veel later in het leven van het kind zichtbaar worden.’

Westerse leefstijl of chemicaliën?

Het is opvallend dat blootstelling aan hormoonverstoorders veel ziektes veroorzaken die ook wel bekend staan als welvaartsziektes: obesitas, diabetes, onvruchtbaarheid en kanker. Richard Sharpe, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde aan de Universiteit van Edingburgh, denkt dat de schuld van deze ziektes iets te makkelijk in de schoenen van hormoonverstoorders wordt geschoven. Het zou namelijk kunnen dat mensen die vaker in contact komen met stoffen als BPA ook vaker last hebben van welvaartsziektes, omdat ze er nu eenmaal een westerse leefstijl (drinken, roken en weinig bewegen) op nahouden.

Het klopt volgens Legler dat bovengenoemde aandoeningen ingewikkeld zijn in hun oorsprong, maar dat wil niet zeggen dat chemicaliën niet kunnen bijdragen aan het ontstaan ervan. ‘Ik zou zeggen tegen iemand als Sharpe: kom maar kijken naar mijn vissen. Ik geef ze allemaal hetzelfde voer en dezelfde beweging. Maar als ik ze hormoonverstoorders geef tijdens de ontwikkeling, dan maken ze veel meer vetcellen aan.’ Bovendien zijn er meerderde studies die de toename van welvaartsziektes deels koppelen aan blootstelling aan hormoonverstoorders van generatie op generatie.

Praktisch onhaalbaar

We staan dagelijks in contact met hormoonverstorende stoffen. Je vraagt je dan ook gelijk af: is de huidige wetgeving wel streng genoeg? Stoffen als tributyltin en DDT zijn weliswaar verboden, maar BPA en weekmakers worden nog steeds (beperkt) gebruikt. Het probleem is verder dat fabrikanten toch gewoon hun producten moeten kunnen maken: kan BPA niet, dan nemen ze wel het broertje of zusje ervan, zoals BPS of BPF.

‘Verschillende tests naar hormoonverstorende werking lopen hopeloos achter’

Een onderzoek van de universiteit van Granada keek eerder dit jaar (2019) naar de snel vervagende inkt op kassabonnetjes. Op bonnetjes uit Frankrijk zaten in de helft van de gevallen sporen van BPS. De Fransen dachten goed bezig te zijn, maar helaas. ‘BPS is óók een hormoonverstoorder en de impact op het milieu is zelfs nog groter dan die van BPA’, zegt Nicolás Olea, een van de onderzoekers. Blijkbaar gaat er dus iets mis in de toxiciteitscontroles voor chemische stoffen. ‘Het lijkt erop dat het regelgevingsbeleid a posteriori wordt vastgesteld, wanneer de blootstelling aan mensen inmiddels een voldongen feit is.’

Hoewel ook Legler liever vandaag dan morgen heeft dat de hele familie bisfenol aan banden wordt gelegd, is dat praktisch niet haalbaar. ‘We kunnen wel wetten opstellen, maar als de fabrikanten niet de juiste tools en tests hebben om te kunnen bepalen of een stof hormoonverstorend is, kunnen ze er niks mee. Vooral de tests voor het vaststellen van de effecten op het zenuwstelsel, immuunsysteem en stofwisseling lopen hopeloos achter.’

Handen en voeten

Deze tests gaan er de komende jaren dan toch komen. De Europese Unie gaf eind vorig jaar (2018) het startschot voor acht grote Europese projecten die samen € 50 miljoen subsidie ontvangen voor vijf jaar onderzoek. De Universiteit Utrecht, VU Amsterdam, Universiteit van Maastricht en Erasmus Universiteit Rotterdam doen mee. Legler leidt het project GOLIATH. ‘Wij zien het probleem van obesitas en diabetes type II als een soort reus die boven de wereld hangt’, zegt ze. ‘Het doel van het project is om in kaart te brengen welke hormoonverstoorders een rol spelen in deze ziektes, hoe ze op moleculair niveau werken en bij welke concentraties. We gaan daarvoor een proefdiervriendelijke mix van computermodellen en kweekmodellen, zoals mini-levers en mini-alvleesklieren, inzetten.’

Vijf beruchte hormoonverstoorders

Bisfenol A (BPA)
Functie: gebruikt om plastics (flessen, verpakkingsmateriaal) te maken
Verhoogt kans op: diabetes type II, hormonale kanker (zoals borst- en prostaatkanker), voortplantingsproblemen, obesitas, gedragsstoornissen
Wetgeving: verboden in babyflessen, drinkbekers en verpakkingen van voedsel voor kinderen tot 3 jaar

PCB’s
Functie: onder meer als additief of koelstof in industrie
Verhoogt kans op: kanker, stofwisselingsziekten, voortplantingsproblemen
Wetgeving: onderworpen aan strenge limieten

Dioxines
Functie: voornamelijk bijproducten van industriële processen
Verhoogt kans op: kanker, stofwisselingsziekten, geboorteafwijkingen
Wetgeving: een ontploffing in een Italiaanse fabriek heeft geleid tot Europese wetgeving, de Seveso Richtlijn

DDT
Functie: bestrijdingsmiddel
Verhoogt kans op: voorplantingsproblemen, geboorteafwijkingen
Wetgeving: verboden in de meeste landen

PBDE’s
Functie: vlamvertrager
Verhoogt kans op: gedragsstoornissen, schildklieraandoeningen
Wetgeving: meeste typen zijn verboden in de EU

Ftalaten
Functie: weekmakers (maken plastics zachter), bestanddeel in schoonmaakmiddelen en cosmetica
Verhoogt kans op: voortplantingsproblemen, stofwisselingsziekten
Wetgeving: verboden in speelgoed in de EU

Tributyltin
Functie: antifouling (beschermt schepen tegen pokken, algen e.d.)
Verhoogt kans op: voortplantingsproblemen en immuunziektes (zeedieren)
Wetgeving: wereldwijd verboden

 

Met dank aan Leon Rodenburg, chemicus en expert wet- en regelgeving betreffende chemische stoffen, voor een correctie en aanvulling.