Het Erasmus MC in Rotterdam neemt binnenkort zijn Pharmafilter in gebruik. Hoe is dit zuiveringssysteem voor ziekenhuizen ontstaan en wat kan het betekenen voor milieu en mens?

De oorsprong van het Pharma­filterconcept ligt in Delft, in het Reinier de Graaf ziekenhuis. ‘Een logistiek probleem was de feitelijke aanleiding’, begint José Postma, manager MVO en Innovaties aldaar en als projectleider toentertijd verantwoordelijk voor het uitrollen van het zuiveringssysteem. ‘Het Reinier de Graaf zou in 2015 verhuizen naar een nieuwe locatie waar minder opslagcapaciteit en liften zouden zijn.’ In 2003 kreeg Eduardo van den Berg, hotelmanager van origine, carte blanche om de organisatie door te lichten. Postma: ‘Hij concludeerde dat het grootste deel van de liftcapaciteit opging aan afval­transport.’

Correct afval scheiden in ziekenhuizen is een complexe klus. ‘Zo kan een enkele naald die in een verkeerde container terechtkomt al een flinke boete opleveren’, licht Postma toe. Daarop kwam Van den Berg op het idee om zo veel mogelijk afvalstromen vanuit het ziekenhuis samen te voegen en direct door te sluizen naar het interne riool en van daaruit naar de zuive­ringsinstallatie.

 

Medicijnresten

In 2008 richtte Van den Berg Pharmafilter op om zijn zuiveringsconcept verder uit te werken. Het resulteerde in een systeem dat ziekenhuisafval, zowel vaste stromen als afvalwater, in een moeite door omzet in schone stromen en energie (zie onderaan de pagina). De Pharmafilter-installatie zelf is een aaneenschakeling van bestaande technieken. Om het vaste afval tot behapbare brokken te vermalen voordat het in het interne riool komt, introduceerde het bedrijf de Tonto, een kleine vermaler voor op de verpleegafdelingen. In 2010 was het Reinier de Graaf het eerste ziekenhuis dat een systeem liet installeren, toen dus nog in de oudbouw.

Waar nodig optimaliseerde Pharmafilter de techniek. Erwin Koetse, manager engineering van Pharmafilter: ‘Om microverontreinigingen, zoals medicijnresten en röntgencontrastmiddelen, uit het water te halen, verbeterden we zowel de voorzuivering van het afvalwater als de verdeling van ozon in de tanks. Zo zorgt een verbeterde inbrengmethode van ozon voor een betere afbraak van microverontreinigingen.’

Het op die manier geproduceerde water bevat niet langer medicijnresten, of tenminste niet meer dan de huidige detectie­limiet van 0,1 µg/l. Daarmee biedt het systeem tegenwicht in de discussie dat er via de waterzuiveringsinstallaties te veel geneesmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomen. Postma: ‘Ziekenhuizen nemen 20 tot 50 % van de instroom van medicijnresten op het gemeenteriool voor hun rekening. Daar moet iets aan gedaan worden.’

Het Reinier de Graaf mag het gereinigde water overigens niet als drinkwater aanbieden, aldus Postma. ‘Daarvoor hebben alleen drinkwatermaatschappijen een vergunning. Wij gebruiken het voor apparaten die geen drinkwater nodig hebben.’ Naast schoon water en energie produceert het Pharmafilter ook schoon afvalproduct, dat in volume aanzienlijk minder is dan de oorspronkelijke afvalstroom. Postma: ‘Dat verbranden we, omdat het nog niet mogelijk is om er nieuwe materialen van hoogwaardige kwaliteit van te maken.’

 

Erasmus MC

Na het Reinier de Graaf – met in 2015 de implementatie in de nieuwbouw – installeerden ook ZorgSaam Terneuzen, het Franciscus Gasthuis in Rotterdam en het Zaans Medisch Centrum een Pharmafilter. Nu zet tevens een academisch ziekenhuis die stap, het Erasmus Medisch Centrum. Bart Groot, projectmanager bij het Erasmus MC: ‘Eind mei verhuist het ziekenhuis naar zijn nieuwe locatie. In de aanloopperiode besloten we in 2015 een Pharmafilter te implementeren.’

Vanuit financieel oogpunt blijkt deze aanschaf niet evident te zijn. ‘Als je kritisch kijkt, kan het eigenlijk niet uit’, stelt Groot. ‘Maar door zelf ons water te zuiveren en onze afvalstroom te verminderen, kunnen we als groot ziekenhuis in de stad toch iets goeds doen voor onze omgeving.’ Postma beaamt: ‘Je doet het ook voor het milieu. Tegelijkertijd kost het inderdaad wel een paar miljoen euro.’

 

Vanuit financieel oogpunt is de aanschaf niet evident

Koetse reageert: ‘Wij kunnen alleen maar de harde euro’s voorrekenen die het een ziekenhuis gaat schelen voor afvalverwerking en watergebruik. Daarnaast heeft het systeem ook effect op de logistiek in een ziekenhuis en vermindert het de kans op infecties. Maar hoe vertaal je dat in euro’s? Die rekensom verschilt per ziekenhuis. Daarbij overstijgt de terugverdientijd van ons systeem de gebruikelijke vijf jaar waaraan ziekenhuisbesturen gewend zijn.’

Om het systeem optimaal te benutten, stapten zowel het Reinier de Graaf als het Eras­mus MC over van RVS-po’s op wegwerppo’s, geheel of grotendeels gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. Die kunnen direct de Tonto’s in. Dat scheelt niet alleen schoonmaaktijd. Postma en Groot benadrukken dat het gebruik van disposables kan helpen om de hygiëne binnen hun ziekenhuis te bevorderen. Elk wasmoment, van materieel en de handen, brengt namelijk een besmettingsrisico met zich mee. Postma: ‘De kosten die kleven aan het genezen van ziekenhuisinfecties zou je zeker moeten meenemen in een businesscase.’

Het Erasmus MC gaat werken met een Pharmafilter dat qua waterzuivering zes keer zo groot is als zijn voorlopers. Koetse: ‘Het debiet bedraagt circa 60 m3/h. De hoeveelheid afval is, juist omdat het een academisch ziekenhuis is, te vergelijken met onze andere locaties.’ Groot noemt het uitrollen ervan ‘spannend, want het systeem heeft niet alleen rooskleurige kanten’. Zo gaat het Erasmus MC werken met een nieuwe versie van de Tonto en moet je het juiste gebruik ervan wel tussen de oren van je medewerkers krijgen. ‘Je móet voorkomen dat er verkeerd afval in terechtkomt’, zegt Groot.

Daar kan Postma over meepraten, want zij was maandenlang bijna letterlijk dag en nacht beschikbaar om Tonto-storingen te verhelpen en mensen te instrueren. Postma: ‘Grofvuil, metaal, glas, papier en karton kunnen zorgen voor verstoppingen in het interne riool en klein chemisch afval kan de bacteriecultuur in het Pharmafilter doden.’ Koetse haakt hierop in: ‘We hebben de Tonto’s ‘verplegingsproof’ moeten maken, want voor je het weet gaat alles erin.’ Dat stukje psychologie hebben ze onderschat, aldus Koetse. ‘En als er hierdoor verstoppingen optreden, leggen ze de schuld eerder bij de Tonto, en dus bij ons, dan bij de eindgebruiker.’

 

Infrastructuur

Voor een soepele implementatie is Pharmafilter ook afhankelijk van een goed aangelegde infrastructuur. Zeker in nieuwbouw stuit je nog wel eens op logistieke knelpunten zoals een verkeerd aangelegd riool, aldus Koetse. ‘Dat is een van de redenen dat we het Erasmus MC adviseerden niet meteen live te gaan.’ Groot besluit: ‘Dat klopt. We gaan wel direct ons afvalwater verwerken, maar de verwerking van de vaste afvalstroom voeren we de komende maanden stapsgewijs door. Zo’n grote verhuizing zou anders zeker weten voor verstoppingen zorgen.’

 

Pharmafilter in stappen

Het Pharmafilter scheidt een samengestelde afvalstroom in een vloeibaar en vast gedeelte. Eerst gaat het water door een membraanbioreactor, waar een bacteriecultuur zijn werk doet. Daarna volgen ultrafiltratie, een behandeling met hoge flux-ozon, actieve kool en tot slot uv-bestraling. De concentratie aan medicijnresten komt hiermee onder de huidige detectielimiet van 0,1 µg/l uit. De vaste stoffen worden eerst gehydrolyseerd en daarna vergist. Een anaerobe, thermofiele vergisting garandeert de afbraak van zo veel mogelijk organische stoffen, waaronder (bio)plastics. Het geproduceerde biogas levert via een gasmotor elektriciteit aan de installatie, die daar voor 70 % op draait. Het deel dat zich niet laat vergisten, wordt omgewerkt tot droog, schoon afvalproduct, dat de afvalverwerker verbrandt.