In vergelijking met 2017 is het optimisme over de economie in de chemie en life sciences toegenomen, blijkt uit het Bèta Salaris Onderzoek 2018. Maar de mate waarin je profiteert, hangt sterk af van je opleidingsniveau.

Ook dit jaar voerde C2W in samenwerking met TW, HR-adviesbureau Berenschot en CheckMark Labrecruitment het Bèta Salaris Onderzoek uit, het grootste beloningsonderzoek onder hogeropgeleide bèta’s van Nederland. De belangrijkste conclusie dit jaar: de economische wetmatigheid dat degenen met de hoogste salarissen ook de hoogste stijgingen noteren, met als gevolg dat de inkomenskloof voortdurend toeneemt, gaat ook op in de chemie en life sciences. De beste voorspeller van het genoten salaris is nog altijd het opleidingsniveau. Maar dat opleidingsniveau heeft ook een duidelijke correlatie met de kans op loonstijging.

 

Klik op de afbeeldingen voor meer informatie in pdf-formaat.

Het verschil is het meest pregnant tussen mbo’ers enerzijds en hbo’ers en wo’ers anderzijds. Waar de meerderheid van de laatsten hun inkomen het afgelopen jaar zag stijgen (wo: 69 %, hbo: 66 %) gold dat voor mbo’ers niet (49 %). Voor de verwachtingen ten aanzien van komend jaar gelden vergelijkbare cijfers. Mbo’ers geven ook minder vaak dan anderen aan dat hun positie op de arbeidsmarkt in het afgelopen jaar verbeterd is.

Vergeleken met de bètabranches in het algemeen werken met name in de chemie veel mbo’ers. In de life science werken juist veel academici, 62 % van de respondenten, tegenover 52 % in de chemie en 39 % in andere technische vakgebieden. Dit is niet vanzelfsprekend een afspiegeling van de branche. Het kan bijvoorbeeld ook zo zijn dat toevallig veel academici in de life sciences de enquête onder ogen kregen.

 

Representatief

Aan de salarisenquête deden dit jaar in totaal 4.322 mensen in bètaberoepen mee. Van hen noemden 905 (21 %) zichzelf chemicus of procestechnoloog en 582 (13 %) bioloog, life scientist of moleculair bioloog. Die aantallen zijn hoog genoeg om representatieve uitspraken te doen over salarissen en aspecten van werkbeleving.

Van de responderende chemici was 24 % vrouw, bij de life scientists ongeveer het dubbele: 49 %. De ondervraagde vrouwen zijn gemiddeld vijf jaar jonger (33 om 38) dan de mannen, zodat te verwachten valt dat hun aandeel met de jaren zal stijgen naarmate meer mannen de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.

Ruim driekwart van de respondenten heeft een vast contract, 19 % heeft een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Ten opzichte van vorig jaar betekent dit een toename van de vaste contracten met 2 procentpunt. De best vertegenwoordigde functies zitten in de productie, engineering, bouw en ontwerp (23 %), op de voet gevolgd door R&D en universitair onderzoek (20 %).

 

Salaris

Aan de hand van een aantal functies (analist, technicus, process engineer, manager) dat in diverse werkgebieden aanwezig is, vallen voorzichtige conclusies te trekken over de meest lucratieve carrièrepaden.

 

Analisten en technici worden in de support & design bijvoorbeeld significant beter betaald dan in de productie. Bij de leidinggevende functies zijn directeur en hoogleraar de enige van wie het mediane salaris al boven de ton ligt. In de breedte zijn adviesfuncties goed betaald, zowel voor junioren als senioren.

 

Werknemers in de life sciences geven vaker dan chemici (37 % om 31 %) aan dat zij hun salaris minder dan marktconform achten. Dit correleert met de indruk van vrouwen dat zij onderbetaald zijn (34 % om 30 %).

 

 

Extra documenten

Klik op de link om deze bestanden te downloaden en te bekijken