Met aluminiumoxide-nanodeeltjes kun je gedenatureerde eiwitten weer goed krijgen. Het zou de productie-uitval bij de enzymfabricage sterk kunnen verlagen, claimen Russische en Israëlische onderzoekers in Scientific Reports.

Dat denatureren wil zeggen dat zo’n eiwit zijn 3D-structuur verliest, meestal door een te hoge temperatuur of verkeerde pH. Als dat eenmaal is gebeurd, kunnen de eiwitmoleculen onderling gaan klonteren en tot nu toe was er geen simpele, universele methode om ze daarna weer goed te krijgen.

Volgens Vladimir Vinogradov en collega’s is die er nu dus wel. Hun nanodeeltjes van böhmiet, een vorm van aluminium(hydr)oxide, zijn veel groter dan zo’n eiwit. Bovendien zijn ze statisch geladen waardoor ze zelf niet klonteren. Voeg je ze toe aan eiwitten die je vooraf hebt gedenatureerd, in dit geval door een sterke base toe te voegen aan de oplossing, dan zullen ze zich puur door elektrostatische krachten aan de eiwitmoleculen binden. Die kunnen zich daardoor niet meer aan elkáár hechten.

Vervolgens centrifugeer je de combinatie van eiwitten en nanodeeltjes af en was je de denaturerende base weg. De eiwitten hebben dan de kans om zichzelf opnieuw te vouwen, en kennelijk staan de nanodeeltjes dat ‘renaturatieproces’ niet in de weg.

Tot slot haal je de nanodeeltjes er weer af. En ook dat blijkt eenvoudig: de elektrostatische krachten zijn afhankelijk van de pH en als je die een beetje verandert (maar te weinig om je eiwitten weer te laten denatureren!) komen ze vanzelf los.

De onderzoekers hebben het met succes geprobeerd met drie verschillende eiwitten: een carbo-anhydrase, een zuur fosfatase en HRP-peroxidase. Vooral die laatste is lastig omdat de 3D-structuur bij elkaar wordt gehouden door vier disulfidebindingen, maar zelfs met dit enzym werd 79 % renaturatie geboekt.

Het is ook gelukt een mengsel van anhydrase en fosfatase te ‘redden’, iets dat volgens de auteurs met andere technieken nog nooit is gelukt.

bron: ITMO University