Met behulp van twee samenwerkende enzymen kun je bloedgroep A omzetten in de universele donorbloedgroep O, schrijven Canadese onderzoekers in Nature Microbiology.

Het ontdekte mechanisme zou kunnen helpen bij donorbloedtekorten. Bij bloedtransfusies is het namelijk belangrijk om de juiste bloedgroep — A, B, AB, of O — toe te dienen aan patiënten. Ze verschillen van elkaar qua suikeraanhangsels (antigenen): A heeft een extra N-acetylgalactosamine (GalNAc) als antigen, B heeft een extra galactose, maar de bloedgroep O mist beide antigenen (AB is een mix van A en B).

Als een patiënt een verkeerde bloedgroep toegediend krijgt (A krijgt B, bijvoorbeeld) reageert het immuunsysteem door die rode bloedcellen (RBCs) aan te vallen. Maar bloedgroep O is daarin een uitzondering: omdat O geen antigenen heeft, kun je het aan iedere bloedgroep doneren, zonder dat er een immuunreactie volgt. Daarom zou de techniek van de Canadezen een uitkomst kunnen bieden aan bloedtekorten, omdat je zo gedoneerd ‘A-bloed’ in ‘O-bloed’ kunt omzetten, waar iedereen baat bij heeft.

In 2007 deed de groep van Henrik Clausen al een poging, maar na jarenlang optimaliseren bleken die enzymen niet geschikt. Peter Rahfeld, Stephen Withers en collega’s van de University of British Columbia, Vancouver, Canada, gingen daarom op zoek naar enzymen die beter en consistenter de antigenen van het bloed konden splitsen.

In een screening van een menselijk microbioom kregen ze een aantal hits voor enzymen die α-galactose en GalNAc knippen en na analyses vonden ze twee geschikte kandidaten: FpGalNAc deacetylase en FpGalNase, beiden uit Flavonifractor plautii. De onderzoekers testten de enzymen op hun knipefficiëntie in de verschillende soorten RBCs. FpGalNAc deacetylase zet de GalNAc om in galactosamine. FpGalNase knipt er vervolgens de gehele suiker van af.

Opmerkelijk genoeg vonden ze geen activiteit als ze maar een van de twee enzymen gebruikten in bloedgroep A; het antigen kwam er niet af. Maar toen ze beide enzymen inzetten raakte galactosamine van de type A+-RBCs los. De bloedgroepen B+ en O+ lieten daarentegen geen splitsing zien, wat laat zien dat de enzymen hoge specificiteit hebben naar het A-antigen (GalNAc) toe.

De methode is bruikbaar in zowel buffers als puur bloed en je hebt maar weinig van de enzymen nodig voor de omzetting. Toch willen de onderzoekers nog iets meer data verzamelen om zeker te weten dat er daadwerkelijk een complete omzetting is. Desondanks is de toekomst rooskleurig.