Met CRISPR-Cas hebben Chinese onderzoekers biggetjes gecreëerd met een kwart minder vet in hun varkenslapjes. De dieren voelen zich er nog lekkerder bij ook, valt te lezen in PNAS.

De modificatie komt neer op het herstel van de functie van het UCP1-gen. Dat codeert voor uncoupling protein 1, een protonendoorlatend eiwit in het binnenmembraan van mitochondriën dat een belangrijke rol speelt bij de warmtehuishouding.

De meeste zoogdieren beschikken over goed functionerend UCP1 maar bij varkensachtigen is het gen zo’n 20 miljoen jaar geleden defect geraakt. Op dat moment leefden ze vooral in de tropen waar het geen kwaad kon. Maar anno 2017 hebben met name pasgeboren biggetjes een probleem: ze lopen een grote kans te sterven door koudestress en alleen al in de VS zijn varkensboeren naar schatting $ 100 miljoen per jaar kwijt aan infraroodlampen om de stallen warm te houden.

Dat de ophoping van vet in oudere varkens iets te maken heeft met warmte-isolatie, is nooit formeel aangetoond maar zit er wel dik in.

Jianguo Zhao en collega’s van de Chinese academie van wetenschappen in Peking zijn er nu in geslaagd om met de editingtechniek CRISPR-Cas9 het kapotte UCP1-gen van Chinese Bama-varkens te vervangen door een functionerende kopie uit een muis. Dat deden ze door fibroblasten uit varkensembryo’s te modificeren, daar een kweekje van te maken en uiteindelijk de celkernen over te zetten in leeggehaalde eicellen.

Via deze klassieke kloontechniek werden 2.553 gemodificeerde varkensembryo’s geproduceerd en verdeeld over dertien draagmoeders. Dat leverde drie succesvolle zwangerschappen op, en twaalf gezonde biggetjes waarin UCP1 functioneerde als in elk ander zoogdier.

Proefjes in de koelkast leerden dat deze varkentjes inderdaad veel minder moeite hebben dan normaal om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.

Na de slacht bleek hun vlees 24% minder vet te bevatten dan gebruikelijk is voor dit varkensras. Het lijkt er op dat ze wel vet aanmaken maar het ook weer snel verbranden.

De auteurs concluderen dat varkens fokken op deze manier minder geld kost: je bespaart op verwarming, er gaan minder biggetjes dood en vermoedelijk heb je ook minder voer nodig. Of de magere lapjes ook culinair een vooruitgang zijn, is dan weer een kwestie van smaak.

En of genetisch gemodificeerde lapjes überhaupt ooit op de markt zullen worden toegelaten, is ook een interessante vraag.

bron: PNAS, NPR