Muizen hebben hun instinctieve angst voor roofdierengeur te danken aan hetzelfde ionkanaal dat waarschuwt voor irriterende chemicaliën. Hun traditionele reukzin hebben ze er niet voor nodig, schrijven Chinese en Japanse onderzoekers in Nature Communications.

Het ionkanaal in kwestie heet Trpa1, wat staat voor transient receptor potential ankyrin 1. Het komt voor in 10% van de neuronen van het trigeminale stelsel, een genetisch goed geconserveerd waarschuwingssysteem tegen veel voorkomende gevaren. Trpa1 reageert in dit verband op een hele reeks ‘scherpe’ stoffen die pijn of jeuk zouden kunnen veroorzaken.

En, naar nu blijkt, dus ook op 2,4,5-trimethyl-3-thiazoline (TMT), de component in ‘vossengeur’ die muizen van schrik doet bevriezen, zelfs als ze nog nooit een echte vos zijn tegengekomen. Voor de verwante verbinding 2-methyl-2-thiazoline (2MT) geldt hetzelfde. Tot nu toe werd aangenomen dat muizen daar ergens specifieke geurreceptoren voor moesten hebben, alleen kon niemand ze vinden.

Dat het gewoon Trpa1 is, ontdekten Qinguha Liu en collega’s door 13.222 muizen te kweken met wisselende, chemisch opgewekte mutaties. Die stelden ze stuk voor stuk bloot aan 2MT. Er bleek één fearless stam tussen te zitten die er verdacht zwakjes op reageerde, en dat bleken muizen te zijn waarbij toevallig allebei de kopieën van het Trpa1-gen waren uitgeschakeld.

Zulke muizen zijn verder gezond en hun reukvermogen lijkt prima. Je kunt ze zelfs leren om alsnog de geur van 2MT te ontwijken door haar te combineren met elektrische schokjes. Maar het is geen aangeboren reactie meer.

Volgens de auteurs is het ook wel logisch dat het zo werkt. Het vergroot de overlevingskansen van de soort aanzienlijk als jonge muizen niet meer hoeven te léren dat een vos gevaarlijk is.

Ze spreken de hoop uit dat je met hun genetische screeningstechniek nog meer onverwachte signaalroutes kunt blootleggen, die muizen laten reageren op hun omgeving. Uiteindelijk moet dat meer licht werpen op de moleculaire achtergronden van menselijke emoties, waarover nu nog maar heel weinig bekend is.

bron: Tsukuba University