In Florida is ontdekt hoe malariamuggen de zure componenten in menselijk zweet waarnemen. Saboteer die signaalroute en mensen ruiken nog maar half zo lekker voor een mug, schrijven Matthew DeGennaro en collega’s van Florida International University in Current Biology.

Ze denken dat je muggenafweermiddelen zoals DEET effectiever kunt maken door er een stof aan toe te voegen die de ‛zure’ geursignalen maskeert. Omgekeerd zou je de kennis kunnen gebruiken voor effectievere muggenvallen. Naar zulke stoffen zijn ze nu op zoek.

Het is een nieuw stukje van een puzzel waar DeGennaro al langer aan werkt. Om mensen op te sporen en ze te kunnen onderscheiden van minder smakelijke zoogdieren, beschikken muggen over een brede collectie receptoren die elk een andere geurstof binden. Ze allemaal blokkeren is onbegonnen werk. Om een ionkanaal te vormen dat in combinatie met zo’n geurstof opengaat en zo een signaal kan doorgeven, is echter ook nog een zogeheten co-receptor nodig. En daar lijken er maar een paar van te zijn.

Eerder schakelde DeGennaro een co-receptor genaamd orco uit, die essentieel is voor een groep geurreceptoren die hij enigszins verwarrend omschrijft als odorant receptors (OR’s). Dat beroofde muggen van een deel van hun reukzin, maar alleen als geen CO2 in de atmosfeer aanwezig was. Muggen hebben aparte receptoren om de CO2 te detecteren, waarmee een uitademend zoogdier zichzelf verraadt. En om de een of andere reden lijkt de afwezigheid van orco nauwelijks uit te maken zolang die CO2-detectie nog wel werkt.

De huidige publicatie draait om een ander type geurreceptoren, de ionotrope receptoren (IR’s) waarvan malariamuggen (Aedes aegypti) een dertigtal verschillende varianten hebben. Eerder onderzoek bij fruitvliegjes liet zien dat daar minstens twee co-receptoren bij horen, IR8a en IR25a. Die laatste komt overal in het insect tot expressie en zal dus wel betrokken zijn bij meer processen dan alleen de reukzin. Maar IR8a vind je bij muggen alleen in de voelsprieten.

Toen de groep van DeGennaro het gen voor IR8a uitschakelde met behulp van CRISPR-Cas9, leverde dat inderdaad muggen op die melkzuur, een belangrijke component van menselijk zweet, niet meer konden waarnemen. De aantrekkingskracht van mensen, of van kledingstukken die stonken naar menselijk zweet, werd zo ongeveer gehalveerd.

Opvallend genoeg leek de CO2-concentratie daarbij niet uit te maken: CO2 lijkt wél nodig te zijn om IR’s te laten werken, maar kan het reukvermogen niet redden als die IR’s om een andere reden uitvallen. DeGennaro concludeert er uit dat de door IR8a aangestuurde receptoren veel essentiëler zijn voor de mug dan receptoren die afhankelijk zijn van orco.

Dat menselijk zweet zijn attractie zelfs niet helemaal verliest voor muggen waarin de genen voor IR8a én orco zijn uitgeschakeld, doet dan weer vermoeden dat er nog de nodige puzzelstukjes ontbreken.

bron: Florida State University