Om onkruid te weren moet je je gewassen genetisch zó modificeren dat ze als enigen een afwijkend type kunstmest lusten. Werkt veel beter dan landbouwgif, beloven Keerti Rathore en collega’s van Texas A&M University.

In PNAS beschrijven ze katoenplanten waarin ze een fosfietdehydrogenase-gen (ptxD) hebben gemonteerd, afkomstig uit de bacterie Pseudomonas stutzeri WM88. Dankzij dat gen kunnen ze fosfiet (PO33-) omzetten in orthofosfaat (PO43-). Dat laatste is de enige vorm van fosfor die planten van nature makkelijk kunnen verwerken.

Als je vervolgens je akker bemest met fosfiet als enige fosforbron, kunnen alleen de gen-katoenplanten er op groeien. Onkruid is kansloos. Bijkomend voordeel is dat algen er ook geen raad mee weten, zodat je geen algenbloei krijgt wanneer overtollige mest in het oppervlaktewater belandt.

Volgens Rathore is de kans erg klein dat het onkruid zelf ‘leert’ om fosfiet om te zetten. Daartoe zou een van de eigen dehydrogenases moeten evolueren tot iets pdxD-achtigs, en dat vraagt een tamelijk groot aantal mutaties tegelijk.

Hij ziet het als alternatief voor de huidige herbicides, waartegen steeds meer soorten onkruid juist wél resistent beginnen te worden.

bron: Texas A&M AgriLife