Neandertalers zochten gericht naar mangaandioxide om er vuur mee te maken. De zoveelste aanwijzing dat ze lang niet zo achterlijk waren als vroeger werd gedacht, schrijven Leidse archeologen en Delftse chemici in Scientific Reports.

Uit de publicatie blijkt dat toevoeging van een beetje mangaandioxidepoeder de ontbrandingstemperatuur van hout aanzienlijk verlaagt, en trouwens ook de temperatuur waarbij de resterende houtskool verder wil verbranden. Je moet dan denken aan verschillen van meer dan honderd graden Celsius, blijkt uit Delftse experimenten.

Met röntgendiffractie is vastgesteld dat dit komt doordat MnO2 overgaat in Mn3O4, waarbij dus zuurstof vrij komt. Het lukt echter alleen met tamelijk zuiver mangaandioxide en niet met andere soorten mangaanhoudend erts.

Op verschillende plekken in Frankrijk waar kampvuren van Neandertalers zijn gevonden, lagen ook restjes mangaanerts. Maar tot nu toe werd aangenomen dat die werden gebruikt als grotdecoratiegerief of als cosmetica. Enkele heel erg fantasierijke paleontologen beweren zelfs dat vrouwelijke Neandertalers zwarte make-up gebruikten om niet de indruk te wekken dat de rode vlag uit hing.

Chemische analyse van mangaanerts dat is gevonden op één van die plekken, bij Pech-de-l’Azé in de Dordogne, wijst nu echter uit dat het consequent vrij zuiver mangaandioxide is. En bijvoorbeeld géén romanèchiet, een mineraal dat naast mangaan ook barium bevat. Dat spul werkt veel beter als zwarte kleurstof maar het blijkt waardeloos om vuur mee te maken.

Marie Soressi en collega’s concluderen er uit dat de Neandertalers 50.000 jaar geleden bewust moeten hebben gezocht naar mangaandioxide. En dat de enige logische verklaring is dat ze op de een of andere manier hadden ontdekt dat het hielp bij het aansteken van hout.

Een Nobelprijs voor chemie zit er helaas niet meer voor ze in.

bron: Scientific Reports

Extra documenten

Klik op de link om deze bestanden te downloaden en te bekijken