Thalidomide.

Niet alleen thalidomide veroorzaakt geboortedefecten maar ook metabolieten van die stof, die het vermogen hebben behouden om vrije zuurstofradicalen te genereren. Het verhaal achter deze stof is dus nog een stuk ingewikkelder dan gedacht, zo suggereert een recente publicatie in het FASEB Journal.

Daarmee komt de wetenschap weer een stukje dichter bij een verklaring van wat er fout is met thalidomine, beter bekend onder de merknaam Softenon. Zodat die fout bij een volgend medicijn tenminste niet meer hoeft te worden gemaakt.

Rond 1960 werd thalidomide op grote schaal voorgeschreven aan zwangere vrouwen als middel tegen de misselijkheid. Pas na een paar jaar realiseerde men zich dat het ernstige teratogene bijwerkingen had, maar toen waren er al meer dan 10.000 ‘Softenon-baby’s’ met onvolgroeide ledematen geboren.

Waar die teratogeniciteit precies vandaan kwam is nooit helemaal opgehelderd, maar er lijken verschillende mechanismen tegelijk aan het werk te zijn. Twee jaar geleden werd gemeld dat een metaboliet de vorming van bloedvaten remt, vorig jaar kreeg een eiwit genaamd cereblon de schuld. En nu denken Peter Wells en collega’s (University of Toronto, Canada) een verband te hebben gevonden met DNA-schade door de vorming van vrije zuurstofradicalen.

Ze zijn daar achter gekomen dankzij een nieuw en tamelijk bizar diermodel, waarbij ze embryo’s verwijderen uit zwangere konijnen op het moment dat de ledematen zich beginnen te vormen. Die embryo’s kweken ze dan een paar dagen verder in een petrischaaltje, al dan niet met thalidomide er bij.

De experimenten laten zien dat thalidomide inderdaad hetzelfde effect heeft op konijnen als op mensen. Maar datzelfde geldt voor twee stoffen die ontstaan door hydrolyse van deze stof, en die 40 keer langer in het lichaam blijven hangen dan thalidomide zelf.

En dat komt kennelijk doordat het DNA van de embryo’s door reactieve zuurstofradicalen wordt beschadigd.

Bij de vorming van die radicalen speelt het enzym prostaglandine H synthase (PHS) een rol. Voeg je stoffen toe die PHS remmen (bijvoorbeeld acetylsalicylzuur) dan blijven de DNA-beschadigingen uit.

Intussen lijken er nog steeds de nodige stukjes van de puzzel te ontbreken. De onderzoekers hopen dat hun konijnenembryomodel die ook nog aan het licht brengt.

bron: Federation of American Societies for Experimental Biology

Onderwerpen