Onderzoekers van de VUB-VIB hebben een nieuwe kankerbehandeling ontwikkeld, waarbij ze radiotherapie en immuuntherapie combineren om tumoren heel precies te behandelen, meldt een persbericht van de VUB.

Evangelia Bolli, Jo Van Ginderachter en collega’s publiceerden over hun nieuwe radio-immuuntherapie in het Journal of Controlled Release. Het doel is om een hoge stralingsdosis af te geven aan tumorcellen met daarbij een minimale blootstelling aan gezond weefsel. De nieuwe aanpak combineert de precisie van immuuntherapie met antilichamen en de effectiviteit van radiotherapie.

Radioactieve bestraling doodt tumorcellen wel, maar is meestal niet nauwkeurig genoeg om de omliggende cellen geen schade toe te richten. Onderzoekers bedachten toen als oplossing om radioactieve deeltjes te koppelen aan monoclonale antilichamen. Helaas blijkt het lichaam die vaak niet snel op te nemen. De volgende stap in dit veld was daarom om antilichamen veel directer te sturen en te optimaliseren.

In plaats van de conventionele antilichamen betraden nu single-domain antibody fragments, ofwel nanobodies, het toneel. Doordat nanobodies (Nb’s) kleiner zijn, dringen ze makkelijker in (tumor)weefsels door. Vervolgens was het zoeken naar het juiste ‘domein’ om de ‘radioactieve pijlen’ op te richten. Omdat tumoren onderling kunnen verschillen, zochten Bolli en collega’s naar een target dat universeler is. In een eerdere paper rapporteerde dezelfde groep over tumor-geassocieerde macrofagen (TAM) en hoe die in zuurstofarme tumorgebieden veel macrofaag mannose receptor (MMR) tot expressie brengen. Ze ontwikkelden α-MMR Nb’s die zich specifiek op deze receptor richten.

In dit onderzoek labelen ze de α-MMR Nb’s met 177Lu (een β-emitter) en laten ze zien – in muizen – dat de tumoren in zuurstofarme gebieden, die normaal vrij resistent zijn tegen radioactieve straling, een hoge stralingsdosis krijgen met hun techniek. Dit vertraagde de groei van de tumoren aanzienlijk. Ze noemen de techniek stromal-targeting radioimmunotherapy (STRIT). Ook zorgden ze ervoor dat MMR’s in andere delen van het lichaam niet aangevallen werden door ze eerst te blokkeren met bivalente en niet-radioactieve α-MMR Ab’s.

Als laatste vergeleken de onderzoekers STRIT ook met andere therapieën tegen dezelfde tumoren. Het gaat dan om immune checkpoint blockade, anti-angiogenesetherapie en chemotherapie. In vergelijking is STRIT veel effectiever tegen tumoren in zuurstofarme gebieden doordat het zo diep in de cellen kan doordringen. Een uitdaging zit nog wel in het feit dat de radioactieve Ab’s ook in de nieren terecht komen. Al met al zijn het veelbelovende ontdekkingen, maar voor de methode geschikt is voor klinische tests, is verder onderzoek nodig.