Resistentie tegen antibiotica bestaat al minstens 30.000 jaar, aldus onderzoekers van de McMaster University uit Canada in het tijdschrift Nature.

Het onderzoek toont aan dat antibioticumresistentie dateert van ver voor ons antibioticumgebruik. Om dit te kunnen achterhalen, analyseerden Gerry Wright en Hendrik Poinar bacteriële DNA-sequenties uit permafrostsedimenten van 30.000 jaar oud, afkomstig uit de Yukon in Canada.

Zij focusten hierbij op het DNA-gebied waar de resistentie tegen het antibioticum vancomycine zich bevindt. Dit is een antibioticum dat als laatste redmiddel wordt ingezet om bijvoorbeeld de ziekenhuisbacterie MRSA te bestrijden.

De onderzoekers vonden in de permafrost genen die coderen voor vancomycineresistentie naast genen die afkomstig lijken uit dieren uit het late Pleistoceen, zoals mammoeten en bizons.

Als verificatie synthetiseerden zij het genproduct in het lab en zuiverden zij het verkregen eiwit. Uit de analyse van het eiwit volgde dat het vancomycineresistentie-element VanA uit de permafrost dezelfde structuur en activiteit heeft als het huidige element.

Vancomycine werd in 1953 voor het eerst geïsoleerd uit een grondmonster en is dus een natuurproduct. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er ooit ergens resistentie tegen is ontstaan. “Antibiotica zijn onderdeel van de natuurlijke ecologie van onze planeet dus als wij denken dat wij een geneesmiddel hebben ontwikkeld dat nooit resistentieverschijnselen zal vertonen dan houden wij onszelf volledig voor de gek”, aldus onderzoeker Wright.

Bron: Nature

Onderwerpen