Ondanks paniekverhalen in de krant lijkt er geen tekort te zijn aan chemici op de arbeidsmarkt maar eerder een overschot.

De studievereniging Jan Pieter Minckelers organiseerde op 30 oktober een symposium getiteld ‘De chemie tussen baan en student.’ Met als ondertitel ‘Hoe ziet jouw toekomst eruit?” Centraal tijdens dit door ongeveer driehonderd studenten bezochte symposium was de vraag of er nu wel of niet een tekort aan chemici was in Nederland. Prof. Piet Lemstra gaf de aftrap met een openlijke aanval op de verontrustende berichten van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie. Volgens Lemstra is er helemaal geen sprake van een tekort aan chemici. “Integendeel zelfs, in mijn beleving zijn er honderden chemici werkloos.” De verminderde onderzoeksinspanningen bij het bedrijfsleven in Nederland ziet Lemstra als belangrijkste reden dat afgestudeerde chemici momenteel moeilijk aan een baan kunnen komen. “Dow gaat bijvoorbeeld alle onderzoeksactiviteiten centraliseren in Zwitserland.”

Chief Technology Officer Emmo Meijer van DSM bestrijdt het idee dat er R&D uit Nederland verdwijnt. “Bedrijven zijn juist zeer gehecht aan de kennisinfrastructuur hier. Het is wel zo dat er eigenlijk geen chemische industrie in Nederland meer is.” DSM zelf richt zich in toenemende mate op de life sciences. “Als er een onbalans is op de arbeidsmarkt voor chemici komt dat doordat er relatief meer mensen met een biologische achtergrond nodig zijn. Daarbij speelt het economisch tij natuurlijk mee.” Desondanks neemt DSM tussen de veertig en zestig academici per jaar aan, waarvan ongeveer de helft gepromoveerd is.

Macroscopisch evenwicht

Neder­land neemt samen met Portugal en Italië met slechts vijf procent de onderste plaats in waar het gaat om het percentage studenten dat een exacte studie volgt. In de onderwijsbegroting is dan ook het streven opgenomen om de instroom voor exacte studies met vijftien procent te verhogen. Fennegien Brouwer-Keij van de VNCI stelde dat de chemische industrie 500 chemici per jaar nodig heeft. Ronald Gebhard van de KNCV wilde vooral benadrukken dat scheikunde een attractieve studie is, waarmee iemand na afronding een brede kans op de arbeidsmarkt heeft. Gebhard zag duurzaamheid als een belangrijke driver voor de toekomstige werkgelegenheid van chemici. Gebhard liet zien dat op dit moment het vraag en aanbod voor chemici in evenwicht is.

Tijdens het forum waren drie al geruime tijd werkloze chemici zo moedig de discussie aan te gaan. Een enquête van de banensite Monster­board geeft aan dat de gemiddelde zoektijd voor een baan negen maanden bedraagt voor een afgestudeerde chemicus. Ook werd het voorbeeld aangehaald van een vacature in de Intermediair waar 150 gepromoveerde chemici op hadden gereageerd. Helaas ontbreken harde cijfers over het aantal werkloze chemici.

Het lijkt erop dat er op dit moment geen gebrek aan chemici is op de arbeidsmarkt. Veel chemici werken langer door zodat de vervanging van bijna-gepensioneerde chemici, naar schatting vijf procent van het totaal, niet nodig is. Daarnaast wordt er in Nederland minder onderzoek gedaan door de bedrijven zelf en ook het economisch getij voorkomt een gespannen arbeidsmarkt.

Mochten afgestudeerde chemici werkelijk een schaars goed worden dan zal hun prijs vanzelf omhoog gaan. Aangezien op dit moment rond de duizend chemische promovendi zijn is er een aanzienlijke buffercapaciteit voor als de economie weer aantrekt.

Onderwerpen