Drie brandstofcelbussen in Amsterdam-Noord laten Nederland voor het eerst van dichtbij kennismaken met de waterstofeconomie.

“Tijdens congressen gaat alles over techniek en over beleid. Bijna niemand zegt wat over consumenten”, stelt Jeremy Bentham, chief executive van Shell Hydrogen. Wat hem betreft zijn de drie brandstofcelbussen, die de komende twee jaar gaan proefrijden op de lijnen 35 en 38 in Amsterdam-Noord, vooral waardevol vanwege hun sociale impact. “Het is voor het eerst dat waterstof doordringt tot in het alledaagse leven. Het leert ons hoe het publiek het vindt. En het is een aantrekkelijke manier om waterstof onder de aandacht van consumenten te brengen: een bus die alleen waterdamp produceert en veel minder lawaai maakt dan gebruikelijk.”

Routine

Een paar jaar geleden zouden de Amsterdamse bussen heel bijzonder zijn geweest, maar nu zijn ze dat eigenlijk al niet meer. Het zijn minimaal verbouwde Mercedes Citaro’s, met op het dak twee PEM-brandstofcellen (proton exchange membrane) van het Canadese merk Ballard. Voor de rest bestaat de installatie uit negen gascilinders voor de waterstof, een toevoereenheid met automatische noodafsluiters en twee koelventilatoren. Onderin de bus is alleen de diesel vervangen door een elektromotor; de versnellingsbak en de rest van de overbrenging zijn intact gelaten. Het energetisch rendement is vast niet optimaal en de chauffeurs moeten uitkijken dat ze niet onder lage viaducten door proberen te rijden, maar voor een prototype voldoet het prima.

Ook de logistiek rond waterstof lijkt al een beetje routine te worden. Op de luchthaven van München vond men het een paar jaar terug nog nodig om een volledig gerobotiseerde hightech-tankinstallatie neer te zetten. Maar inmiddels blijkt een slang, die met de hand aan de bus wordt gekoppeld, ook veilig genoeg te zijn. En de elektrolyse-eenheid, die er door Hoek Loos naast is gezet om waterstof te produceren uit kraanwater, is al helemaal niet te onderscheiden van de honderden soortgelijke units die binnen de chemische industrie zijn aan te treffen. Op de vraag van een journalist over de veiligheidsmaatregelen, haalt Hoek Loos-directeur Peter Ripson de schouders op: “Voor een industriële gassenleverancier is die vraag triviaal. Het is vanzelfsprekend dat de veiligheid goed gewaarborgd is.”

De Amsterdamse proef maakt deel uit van het project ‘Clean Urban Transport for Europe’ (CUTE), waar in totaal tien Europese steden aan meedoen. Over twee jaar zullen de resultaten worden geëvalueerd. Dan wordt tevens besloten of de brandstofcelbus in serieproductie gaat. Maar bij het GVB wordt nu al hardop gesproken over brandstofcellen in alle stadsbussen tegen het jaar 2010 – en in alle rondvaartboten op de koop toe.

Barbecue

Het past precies binnen de boodschap die Bentham wil overbrengen. Technisch is waterstof klaar voor de wereld, nu moet de wereld worden overtuigd. Hij ontkent dat het opzetten van een distributienetwerk voor waterstof het belangrijkste struikelblok is. “Het probleem is te vergelijken met dat van een ontwikkelingsland, waar nog geen benzinetankstations zijn. Uiteindelijk moet je commerciële beslissingen nemen over de manier waarop je het netwerk opbouwt.”

Volgens hem gaat het meer moeite kosten om de auto’s in massaproductie te krijgen. Hij verwijst naar fabrikant General Motors, die bekend heeft gemaakt in 2010 te willen starten met de verkoop. “Het geeft ons een idee wanneer we een groei van de markt kunnen verwachten. Maar hoe dat gaat, hangt af van veel onzekerheden. In het meest optimistische Shell-toekomstscenario is sprake van miljoenen H2-auto’s in 2020. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) loopt in 2025 misschien een kwart van de nieuwe auto’s op waterstof. En wij zijn van plan om waterstof te leveren waar er vraag naar is.”

De consument zal er alleen maar op vooruit gaan. “De huidige auto’s zijn ontworpen rond een groot stuk heet metaal: de motor. Bij gebruik van een brandstofcel kun je de verschillende componenten veel gemakkelijker over de auto verspreiden. Dat maakt heel andere ontwerpen mogelijk. En als de auto stilstaat, kun je die 75 kilowatt ook voor andere dingen gebruiken. Wat dacht je van een elektrische barbecue in de kofferbak, voor ’s zomers in Scheveningen?”

Onderwerpen