Jaarlijks vragen onderzoekers aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten honderden octrooien aan. Doen ze dat voor het geld of voor de eer?

‘Er zal best af en toe iemand tussen zitten die droomt van het grote geld’, zegt Roy Kolkman, manager intellectual property bij de Universiteit Twente. ‘Of die een patent mooi vindt voor op zijn cv. Maar dat zijn zeker niet de belangrijkste drijfveren voor een octrooiaanvraag. Onderzoekers die bij ons Business Development Team aankloppen, doen dat vooral om hun resultaten verder tot wasdom te brengen. Ze zijn ervan overtuigd dat ze iets hebben ontwikkeld waar mensen om zitten te springen.’ Een patent aanvragen, is dan een belangrijke stap, aldus Kolkman.

Beschermen

Volgens Kolkman kan eerst publiceren averechts werken. Vaak gaat het om prille resultaten of een prototype van een apparaat. ‘Voordat er daadwerkelijk een product is, moet je nog een gigantische inspanning en vaak ook een investering doen. Dat valt buiten het bereik van de universiteit. Maar voordat bedrijven of investeerders geld in een idee of een vinding stoppen, willen ze dat eerst beschermen.’

Eer

Steven De Jonghe, industrial research manager bij het laboratorium medicinale scheikunde van de KU Leuven, meent dat onderzoekers primair uit zijn op de wetenschappelijke eer van een publicatie. ‘Mijn taak is het juist om onderzoek dat gebeurt in het lab te valoriseren. Dat doe ik met octrooiaanvragen en door octrooien uit te licenseren naar farmaceutische firma’s.’ Commercie en maatschappelijke impact gaan daarbij hand in hand, aldus De Jonghe. ‘We willen dat nieuw onderzoek niet verloren gaat. Maar als dat niet is gepatenteerd, lopen we ook de kans dat een industriële partner ons idee verder zet zonder dat wij enige vergoeding krijgen.’

 

Octrooi aanvragen is vooral een noodzakelijk kwaad

Noodzakelijk kwaad

Zowel in Nederland als in Vlaanderen profiteren onderzoekers vaak mee als hun patent een succes wordt. Toch merkt de industrial research manager niet dat financieel gewin bij hen meespeelt. ‘De kans daarop is ook erg klein. Promovendi doen het meeste werk. Voor hen gaat het om de publicaties, die tellen in de wetenschappelijke wereld.’

Het geld of de eer van een patent, die spelen amper een rol bij onderzoekers, stelt René Smulders, onderzoeker en manager bij Plant Breeding van Wageningen Univ­ersity & Research. ‘Octrooi aanvragen is vooral een noodzakelijk kwaad om vervolgstappen te kunnen zetten. Geen enkele investeerder is nog geïnteresseerd als je het niet hebt geregeld, maar wetenschappers willen vooral publiceren.’
De Wageningers doen ook patentaanvragen met een speciaal oogmerk, dat is meestal controle. ‘Onze octrooien op resistentie­genen in aardappel tegen Phytophthora infestans (de aardappelziekte, red.), verstrekken we in licentie aan alle bedrijven die zich aan onze regels houden. Dus niet exclusief’, vertelt Smulders. ‘Zo houden we grip op de implementatie, om te voorkomen dat de resistentie snel wordt doorbroken. Ook kun je met een patent verhinderen dat iemand anders een vinding vastlegt en daardoor in staat zou zijn verdere wetenschappelijke ontwikkeling te blokkeren.’

Rompslomp

Is het ook leuk en spannend om een octrooi aan te vragen? Dat stond in 2014 als motief in een onderzoek van de KNAW.Smulders kent dat gevoel niet zo. ‘Natuur­lijk is het interessant of het je lukt, maar een aanvraag geeft ook heel veel rompslomp. Als ik iets in een wetenschappelijk tijdschrift publiceer, heb ik veel meer controle over hoe ik het helder formuleer.’
‘Octrooi aanvragen is vooral een noodzakelijk kwaad’