Vannacht lag ik wakker met het beeld van een gele stoel op mijn netvlies. Na de stoel passeerden een zelfgetimmerde boekenkast, een knuffelfazant, een gouden eenhoorn en een metalen brilmontuur de revue. Objecten toebehorend aan mijn ex-geliefde, die net had verteld dat hij niet verder met me wilde.

Voordat ik uit zijn huis vertrok had ik de kamer rondgekeken: een mentale foto van een ruimte die ik nooit meer zou betreden. ‘Wat moet ik nu met alle feitenkennis over jou?’ vroeg ik. ‘Dat geel je lievelingskleur is, dat je fan bent van FC Utrecht, dat je jarig bent op 21 juni; dat neemt allemaal overbodige hersenruimte in beslag.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Je kunt een romanfiguur van me maken.’

Het stortregende. Als laatste geste had hij een taxi voor me gebeld. De contouren van zijn huis vervaagden door de betraande autoruit. Ik dacht aan de film die ik ooit met een ander vriendje zag, net voor we uit elkaar gingen: Eternal Sunshine of the Spotless Mind. Daarin kunnen mensen met liefdesverdriet de herinneringen aan hun ex laten uitwissen. De filmslogan: ‘Would you erase me?

Die vraag stelde ik mezelf daarna bij elke stukgelopen relatie: zou ik hem uitgummen? Het antwoord luidde altijd ‘nee’. Zelfs de pijnlijkste herinnering was me dierbaar.

Onlangs las ik de roman Efter van Hanna Bervoets, waarin de geneesmiddelenindus­trie een medicijn uitvindt tegen verliefdheid. Een nieuwe gewetensvraag: zou ik zo’n pil slikken? Het zou veel tijd en energie schelen: geen urenlang gedagdroom, geen risico op een gebroken hart. Immuun voor de liefde, het klinkt aanlokkelijk. Maar wederom: nee. Elke amoureuze ervaring laat me ten volste voelen dat ik leef. Hartzeer neem ik op de koop toe.

Toch speelt de manier waarop we op moleculair niveau in elkaar steken een rol in de liefde: we vallen op mensen die immunologisch onze tegenpool zijn en een afwijkend MHC-complex hebben. Zo’n MHC-complex is gespecialiseerd in de herkenning van ‘eigen’ en ‘niet-eigen’ elementen. Een goede genenmix zorgt immers voor een goed afweersysteem bij eventueel nageslacht.

Of we kledingstukken zouden uitruilen, vroeg mijn ex-minnaar ter afscheid. Zodat we elkaars geur nog konden opsnuiven. Ik heb vriendelijk bedankt. Ik ga mijn eigen neus achterna, op naar een nieuwe liefde.