Ik moet iets bekennen: ik ben verslaafd aan de ziekenhuisserie Grey’s Anatomy, maar ik kan niet goed tegen bloed.

Zelf kijk ik bij de gruwelijkste scènes altijd weg, maar een vriendin van mij smult ervan. Terwijl ik al misselijk word bij het zien van de eerste scalpel, werkt zij een chocoladereep naar binnen – smaken verschillen.

Onlangs keken we samen een aflevering uit seizoen 10 over personalized medicine: een op de patiënt toegespitste behandelwijze. Dat niet iedereen hetzelfde reageert op behandelingen en medicijnen, was zelfs in de tijd van Hippocrates (460-370 voor Christus) al bekend. Dat pas de laatste jaren de gepersonaliseerde geneeskunde in opkomst is, komt omdat we onder andere dankzij genome sequencing steeds beter snappen hoe mensen onderling van elkaar verschillen. In de desbetreffende aflevering van Grey’s Anatomy behandelt dokter Miranda Bailey een jongetje met kanker. Omdat de jongen te zwak is voor een operatie, stelt Bailey voor zijn genoom in kaart te brengen, en zo de juiste therapie te kunnen bepalen. Het ziekenhuis weigert haar verzoek vanwege de hoge kosten.

Ook buiten de oncologie – en de tv-wereld – vindt personalized medicine steeds vaker toepassing, en ook dan is de klacht van de tegenstanders meestal dat het te duur is. Desondanks wint de persoonsgebonden aanpak aan terrein. In maart verscheen bijvoorbeeld het eerste nummer van het wetenschappelijke tijdschrift Personalized Medicine in Psychiatry. Daarin komt de behandeling van depressie, bipolaire stoornis, schizofrenie en angststoornissen aan bod. Bij mensen met een bipolaire stoornis kunnen bijvoorbeeld biologische factoren, zoals celgroei en metabolisme, voorspellen hoe de behandeling met medicijnen aanslaat.

Hippocrates had het in zijn tijd nog makkelijk. Hij schreef patiënten wel verschillende geneesmiddelen voor, maar daar was geen uitgebreid en duur vooronderzoek voor nodig: hij liet de keuze voor bepaalde medicijnen gewoon afhangen van de voorkeur van zijn patiënten. Zoals hij zelf zei: ‘Niet iedereen houdt van zoet, en niet iedereen houdt van bitter.’ Ook Hippocrates wist het al: smaken verschillen.