Onlangs kwam een collega-wetenschapsjournalist aanzetten met een intrigerend boek: Does it fart? Een onsmakelijke titel, maar bijzonder interessant.

Flatulentie blijkt veel verschijningsvormen te kennen – zo laten slangen windjes die bescheiden klinken, maar behoorlijk kunnen stinken. Die van gevlekte hyena’s ruiken vooral vies als ze kameleningewanden hebben gegeten, en die van miljoenpoten zijn ‘stil maar dodelijk’, vanwege de grote hoeveelheid waterstofsulfide.

Of lichaamsgassen onaangenaam rieken, heeft niet alleen te maken met wat we eten, maar ook met wie er in onze darmen wonen: pakweg 1,5 kg aan microben. Die helpen onder meer met de vertering van ons voedsel en met onze stofwisseling. In onze dunne darm wonen er zo’n tien miljoen per ml, in onze dikke darm maar liefst zo’n honderd miljard per ml. Sterker nog, onze ontlasting vormt het dichtst bewoonde ecosysteem ter wereld.

De Franse scheikundige Louis Pasteur was er eind negentiende eeuw van overtuigd dat geen enkel dier kan leven zonder microben. De Amerikaan James Reyniers, die een methode ontwikkelde om dieren bacterievrij te laten opgroeien, haalde dat vermoeden zo’n halve eeuw later onderuit. Hij bracht zoogdieren ter wereld met een keizersnede en bestudeerde ze daarna in een speciale steriele incubator. Bij vogels behandelde hij de eieren voor ze uitkwamen met een bacteriedodend middel. Zo groeiden ze microbenvrij op.

Er bestaan zelfs dieren die van nature microbenloos zijn. Onlangs ontdekten Amerikaanse biologen dat de hoeveelheid microben in rupsendarmen 50.000 keer zo klein is als die in darmen van andere dieren. ‘Als menselijke darmen te vergelijken zijn met een regenwoud wat betreft microbiële biodiversiteit, dan zijn rupsendarmen te vergelijken met een woestijn’, aldus de onderzoekers. De exemplaren die wel aanwezig zijn in de rupsendarmen komen waarschijnlijk mee naar binnen met het plantaardige voedsel en zijn dus niet ‘inheems’. Ze lijken geen enkele rol te vervullen en veroorzaken hooguit ziektes. Volgens de wetenschappers kan het voordelig zijn om geen microben te hebben: zo werken pesticides die de darmflora van insecten vernietigen niet bij rupsen. Overigens blijken vlinders aanzienlijk meer lichaamseigen microben te hebben dan hun rupsen. Waarom dat zo is, is nog onduidelijk.

Of rupsen winden laten, vermeldt Does it fart? niet. Vermoedelijk stinken ze in ieder geval niet erg: in het experiment van Reyniers waren de lichaamsgassen en uitwerpselen van bacterievrije dieren geheel geurloos.